- rondvliegen
- {{rondvliegen}}{{/term}}1 [vliegend een kring beschrijven] tournoyer2 [in alle richtingen vliegen] voler dans tous les sens3 [door een ruimte geslingerd worden] voler4 [in snelle vaart heen en weer lopen] courir (çà et là)♦voorbeelden:1 de mug vloog om de kaars rond • le moustique tournait autour de la bougie2 de zwaluwen vliegen rond in de lucht • les hirondelles tournoient dans le ciel3 de scherven vlogen overal rond • les éclats ont volé partout à la ronde
Deens-Russisch woordenboek. 2015.